Case study Nieuw Namen - Kieldrecht
We zien dat in de kernen (bijvoorbeeld Nieuw Namen) aan de grens kinderen makkelijk gebruik maken van kinderopvang en onderwijs in België, omdat de – financiële - voorwaarden voor kinderopvang gunstiger zijn dan in Nederland. Daarom is de behoefte ontstaan om de samenwerking met de buurgemeente Kieldrecht (België) te versterken.
Lees hieronder meer over dit project.
Aanleiding
Zeeuws-Vlaanderen is een dunbevolkt gebied aan de grens met België waar de voorzieningen onder druk staan. Zo ook het behoud van kwalitatief goed onderwijs en kinderopvang. In Zeeuws-Vlaanderen investeren we door middel van duurzame samenwerking tussen opvang en onderwijs al meer dan 10 jaar in een doorgaande ontwikkeling van kinderen van 0-12 jaar met name als basis voor meer kansengelijkheid. Goede opvang- en onderwijsvoorzieningen zijn essentieel voor het behoud van de brede welvaart (leefbaarheid) in de regio voor onze huidige inwoners en als voorwaarde voor nieuwe inwoners om te kiezen voor Zeeuws-Vlaanderen.
We zien dat in de kernen aan de grens kinderen makkelijk gebruik maken van kinderopvang en onderwijs in België, omdat de – financiële - voorwaarden voor kinderopvang gunstiger zijn dan in Nederland. Wanneer eenmaal de keuze is gemaakt voor België, leert de ervaring dat de kinderen daar in het onderwijs blijven. Daarmee lopen Zeeuws-Vlaamse opvang en scholen kinderen en inkomsten mis die nodig zijn om de voorzieningen in stand te houden en kwalitatief door te ontwikkelen.
Als actueel voorbeeld van bovenstaande is de terugloop van het kindaantal op opvang en school in het grensdorp Nieuw Namen. Meer dan de helft van de kinderen van 0-4 jaar heeft de Belgische nationaliteit. En slechts 25% van de kinderen van 0-4 jaar maakt gebruik van de kinderopvang in Nieuw Namen. De dichtstbijzijnde Nederlandse school voor primair onderwijs ligt in Clinge, een dorp dat ongeveer 7 kilometer verderop ligt. De school met opvang voor kinderen vanaf 2,5 jaar in Kieldrecht, aan de andere zijde van de grens, ligt binnen 2 kilometer afstand. In totaal heeft 40% van de kinderen in Nieuw Namen de Belgische nationaliteit. Vanuit onderwijs en opvang hebben we door de ontstane situatie in Nieuw Namen de behoefte om de samenwerking met de buurgemeente Kieldrecht te versterken. Door verschillen in wet- en regelgeving is dat niet altijd eenvoudig.
Aanpak
Om deze samenwerking te versterken wordt een case study gedaan. Het traject loopt in het najaar van 2024 in een kort tijdsbestek. Het doel van de case study is om in een kort traject de basis te leggen voor een duurzame samenwerking om een grensoverschrijdende doorlopende leer- en ontwikkellijn te realiseren. De samenwerking komt ten goede aan de kwaliteit van opvang en onderwijs voor de kinderen in de regio en de vitaliteit van het grensgebied als geheel, als ook voordelen bieden voor de organisaties, die deze activiteiten organiseren.
De fases
Fase 1
Aangezien er tot nu toe weinig geïnvesteerd wordt in het bestuurlijk samenwerken over de grens heen is het in eerste instantie vooral belangrijk om elkaar en elkaars werelden beter te leren kennen.
- Dit gebeurt allereerst door een gespreksronde te organiseren met sleutelspelers uit de gemeenschap Nieuw-Namen – Kieldrecht (bestuurders van de organisaties en bestuurders van de lokale overheden).
- Ten tweede bestuderen en analyseren we relevante documenten en data. Dat gebeurt op hoofdlijnen: de kernelementen worden in beeld gebracht. Het gaat dan tenminste om: wetgeving kinderopvang, curricula van onderwijs, kaders en afspraken over toegankelijkheid en financiering van onderwijs en opvang. Er zijn eerdere studies gedaan, die inzicht geven in deze factoren: waar voorhanden, zullen we deze gebruiken.
- Tenslotte verzamelen we ook relevante cijfers, die inzicht moeten bieden in participatie in opvang en onderwijs.
Fase 2
Om een perspectief te bieden voor het versterken en onderhouden van de relaties tussen de Nederlandse en Vlaamse besturen in de gemeenschap Nieuw Namen - Kieldrecht op het gebied van opvang, onderwijs en (lokale) overheden is het formuleren van een – gezamenlijke – probleemstelling/vraagstuk een goed uitgangspunt. Dat gebeurt op basis van de bovenstaande drie bronnen. Vanuit deze gezamenlijke definitie van het vraagstuk kunnen daarna kansen, risico’s en goede praktijken geïnventariseerd worden. Zo ontstaat een basis: om een aantal mogelijke oplossingen (scenario’s of varianten, voorzien van voor- en nadelen én uitvoeringsaspecten) te schetsen. Deze schets wordt in de volgende fases nader besproken en verder vertaald naar uitgangspunten voor een project opzet en subsidie aanvraag.
Fase 3
De schets die uit fase 2 voortkomt wordt voorgelegd ter toetsing in een bijeenkomst met sleutelspelers uit de gemeenschap Nieuw-Namen - Kieldrecht. De bemensing van deze groep zal bestaan uit nader te bepalen functionarissen uit de betrokken sectoren in de regio (aan weerszijden van de grens) en waar mogelijk aangevuld met een delegatie van Nederlandse en Vlaamse/Belgische ministeries.
Fase 4
De opbrengst van de bijeenkomst wordt verwerkt. Er wordt een uitgewerkt advies opgesteld met een duidelijke richting, voorzien van een stappenplan voor het vervolg en het communicatietraject dat daarbij hoort. Dit is het moment om de uitkomsten van de casestudy te vertalen in een voorstel voor bredere samenwerkingsafspraken tussen Belgische en Nederlandse organisaties over een gezamenlijk vervolg, waaronder een gedragen subsidieaanvraag bij Euregio Schelde Mond.
Fase 5
De eindrapportage wordt aangeboden aan de tafels voor besluitvorming. Dit kunnen zowel regionale als landelijke tafels zijn afhankelijk van de tot dan toe opgebouwde reikwijdte van de contacten en de aard van de adviezen, die op dat moment op tafel liggen.
Heb je een vraag en staat het niet op deze site? Laat het ons weten.